Dwaallichtje

Je bent lief als een briesje
in het ochtendlicht je bent
leed dat je met anderen deelt
je gedraagt je graag als een sjiek dom blondje
en dan loop je mee in een winkelrondje

dat alles ben jij
nee je bent nog veel meer

ik kan sterven aan schoonheid als ik door je parken loop
je bent een lelijk eendje als ik over je pleinen fiets
dit kleine dwaallichtje onderweg naar niets
is in constante tweestrijd concurrentie
haat en nijd dat alles ben jij

en veel meer

dit dwaallichtje zal lichter van gewicht zijn
en onderweg naar nergens want daar is het ook fijn
jij minachtte me het liefst hier bouwde ik mijn huis
en hoeveel keer heb jij mij al niet liefdevol verguisd
jij bent de ene helft ik ben de andere
je bent de stad die me heeft doen veranderen
tot ik niet anders kon dan voor anker gaan

dat alles ben jij
en meer

je bent vader en moeder tegelijk
en ik zie als ik zo op en in je kijk
je bent de mannen en de vrouwen
je bent de vriendschap en het vertrouwen
je bent de geschonden gebouwen
als stad absoluut een discounter
en terwijl ik veel in je haat kan ik steeds van je houden
dat alles ben jij

maar je bent nooit

een pas gekookt potje stoofperen
een windturbine
in een land zonder kinderen
of een ui.